Na een toepasselijk spelletje Pagode zijn we gisteren bijtijds gaan slapen, want bleakfast wordt tussen 06:00 en 07:00 geserveerd in de grote eetruimte. Niet geheel onverwachts was dit exact hetzelfde als het diner van gisteren. Smikkelen en smullen dus. Eeh. Niet echt. Wat nu wel zeker is, is dat we niet hoeven te blijven voor de lunch.
Na het functionele ontbijt wandelen nog een keer omhoog naar de Daejosajeon tempel, boven in de vallei. Het duurt nog een tijdje voordat de zon achter de bergen vandaan komt en zich zal laten zien. Ondertussen genieten we van het mythische uitzicht over de vallei.
Het was ons gisteren in Andong niet meer gelukt om geld uit de muur te halen. We hebben vijf verschillende banken geprobeerd, maar geen van allen accepteerden ze onze bankpas of creditcard. Zelfs niet het apparaat met Global ATM erop. We hadden nog net genoeg geld om de Templestay te kunnen betalen en we moesten ook de trein naar Danyang nog halen. We gokten erop dat we bij de tempel buskaartjes naar Seoul zouden kunnen kopen met onze creditcard. We voelen ons enigszins ongemakkelijk als ook dat niet lukt. Daar sta je dan, in the middle of nowhere met zes bankpasjes en creditcards, maar zonder cash. Nouja niet helemaal waar, we hebben nog minstens 10 euro aan Wons in onze zakken. In plaats van tickets naar Seoul, kopen we daarmee bustickets naar Danyang, het dorp aan de voet van de berg.
Na 40 minuten over bochtige weggetjes zijn we afgedaald naar Danyang. We stappen uit bij de Intercity Bus Terminal. Gelukkig lukt het daar wel om met de creditcard bustickets naar Seoul te kopen. De bus vertrekt al binnen een kwartier, dus snel nog even naar de GS25 aan de overkant van de weg voor een paar flesjes drinken.
Onderweg in de bus boeken we onze laatste hotelovernachting in Zuid-Korea. Het wordt weer het Ibis Ambassador Insadong hotel, waar we onze eerste nachten in Seoul ook verbleven. We weten precies waar het ligt en wat er in de omgeving te doen en zien is. En het is een prima hotel. Na aankomst op Dong Seoul Bus Terminal nemen we de metro voor het laatste stukje naar ons hotel.
We willen nog een van de laatste to-do’s afvinken; het Hello Kitty Cafe. Daar moet je natuurlijk geweest zijn als je in Zuid-Korea op vakantie gaat. Het café ligt midden in de stad. We lopen er naartoe en komen onderweg nog over de grote markt die we hadden overgeslagen. Vlak voor de echte Chanel, Dolce & Gabana en andere merkwinkels, vind je tasjes in de budgetvariant liggen op de markt.
Net voordat we twee weken geleden uit Seoul vertrokken, kwamen we erachter dat net voor ons hotel een heel gezellig straatje zit met allemaal Koreaanse barbecue restaurantjes waar de locals eten. We willen hier vanavond ook gaan eten. Vreemd genoeg wordt het meteen onze eerste keer dat we Koreaans gaan barbecueën. Voordat we vertrokken naar Zuid-Korea dachten we dat we dit heel vaak zouden gaan doen, maar we hebben juist veel streetfood en bimbibap gegeten. We lopen door het barbecuestraatje en zien bijna nergens plaatjes staan. Terwijl we nog wat onzeker door het straatje heen en weer lopen, wordt er door een ober van een restaurantje gebaart dat we bij hem kunnen zitten. Ach waarom ook niet? We gaan zitten en direct komt de kaart met plaatjes tevoorschijn. We wijzen twee soorten vlees aan en bestellen er soju bij. Like a local 🙂