We hebben getwijfeld of we nog wel naar Jinu moesten gaan en hadden al bijna besloten om van Jeju naar Busan te vliegen en daarmee Jinju over te slaan. Tot we erachter kwamen dat er ook vluchten van Jeju naar Jinju gingen. Gelukkig hebben we daar voor gekozen, want het Lantaarnfestival in Jinju hadden we zeker niet willen missen. De ochtend nadat we het festival bezocht hebben, staan we weer bijtijds op. We hebben een flinke reis voor de boeg. Ons hotel in Jinju ligt op twee blokken afstand van het Intercity Bus Station en de bussen naar Busan gaan zo frequent dat we er op de bonnefooi heen gaan. Binnen 10 minuten zijn we al onderweg en kunnen de luikjes weer dicht.
Om 10:15 komen we aan op het busstation van Busan en inmiddels zijn we wel wat hongerig geworden. Op de tweede etage is een groot foodcourt met allemaal verschillende kleine eettentjes die een algemene ruimte met elkaar delen.
Na het ietwat stevige ontbijt pakken we een stadsbus naar het Elyssee Hotel. We krijgen daar te horen dat we er pas om 15:00 in kunnen, dus we laten onze koffers achter bij de receptie en gaan meteen de stad in. Gelukkig krijgen we een stadskaart mee van de jongen achter de receptie en hij legt ons in het Engels uit wat er allemaal te zien en doen is. Dat was wel nodig ook, want we hadden eigenlijk niet echt goed kunnen inlezen wat Busan nu een bezoek waard maakt.
We beginnen met de Gwangbok Underground Shopping Center. Dit is een lange ondergrondse shoppingstraat tussen Nampo en Gwangbok metrostations. Je vindt er geen winkels met A-merken. Het is alsof je langs heel veel kleine Zeeman winkels loopt, vol goedkope prullaria, merkloze kleding en selfiesticks.
Leuk om te bezoeken was de Gukje Market, waar je overdag helemaal los kunt gaan als je potjes, pannetjes, knuffelberen, kleding en wat nog meer in wil slaan.
In de Lotte Department Store, een uit de kluiten gewassen Bijenkorf, vind je een waterfontein met een waterprinter. Erg grappig om te zien. Op de heenreis hebben we toevallig in het station van Antwerpen voor het eerst een ‘waterprinter‘ gespot, dus die dingen zullen wel hot zijn.
Je kunt ook naar het Observation Deck van de Lotte Department Store en genieten van het uitzicht over de stad. Voor de echte Nederlanders: dit is gratis!
Een lekker tussendoortje kun je halen op en rondom BIFF Market…
Een wandeling over de Jagalchi vismarkt is een belevenis an sigh. Je vindt hier oneindig veel kraampjes met verse vis in alle soorten en maten.
Ook in Busan was er weer een festival gaande. Dit keer op de Jagalchi vismarkt. Alsof er nog niet genoeg plekken zijn om te eten, waren er nog iets van 100 tenten opgezet waar je eten kon krijgen. Verder draaide het vooral om muziek van de Koreaanse Marianne Weber, dus we hebben de Koreanen niet al te veel gestoord.
Busan Downtown is erg levendig. Het grootste verschil tussen de tweede stad van Korea en Seoul, is dat je hier minder historische bouwwerken vindt. Door de minder brede en soms autoloze straten, zijn de winkelstraten van Busan wat gezelliger dan die van Seoul. De winkelstraten en markten in Busan liggen direct naast elkaar, waardoor je niet hoeft te reizen met het openbaar vervoer. Alles valt aan te lopen.
Morgen gaan we de drukke stad weer verlaten en naar een van de meest heilige plekken van Zuid-Korea.